In 2003 zag WordPress het levenslicht. Het idee was dat je geen software-ingenieur hoefde te zijn om een blog te starten. Met een simpele download en een tekstverwerker die min of meer op Microsoft Word leek kon nu iedereen zijn eigen website starten. Net zoals de drukpers het makkelijker maakte om op grote schaal informatie te verspreiden in de middeleeuwen maakte WordPress dit mogelijk in de 21ste eeuw. Een software-uitbreiding van WordPress noemt overigens Gutenberg, naar de uitvinder van de durkpers, ze steken hun inspiratie niet onder stoelen of banken. Het concept van “makkelijke websites” werd initieel met hoongelach onthaalt door puriteinse techneuten. Ondertussen kan ongeveer 60% van de websites op het internet niet zonder WordPress, onder andere de website van De Staatsman.
Het was Chris Wanstrath, de oprichter van GitHub, een site waarop programmeurs elkaar helpen met complexe softwareontwikkelingsprojecten, die zei dat “de toekomst van programmeren is geen programmeren”. Zogenaamde no code/low code (NC/LC) oplossingen schieten ondertussen als paddenstoelen uit de grond. Ze laten aan iedereen toe om software te ontwikkelen. Zo is er Wix voor simpele websites, Shopify voor online winkels, Bubble voor webapplicaties, Memberstack voor betaalde content, Power Apps voor business software en ga zo maar door.
Wereldwijd kampen we met een groot tekort aan programmeurs, NC/LC laat mensen toe om software te ontwikkelen zonder dat ze ervoor Java, C++ of Python moeten kunnen.
Taalbarrières overwinnen
Wereldwijd schat men dat het leger aan no code/low code ontwikkelaars met ongeveer anderhalf miljoen per jaar groeit. Dat is procentueel 3 keer zo snel als de aangroei van traditionele programmeurs. Power Apps, de low code oplossing van Microsoft, verdubbelt zijn aantal gebruikers om het jaar. Tal van de grootste ondernemingen op onze planeet gebruikt de software ondertussen om hun werknemers makkelijk software te laten ontwikkelen.
Het idee van programmeren zonder programeertalen is niets nieuw. In Silicon Valley probeert men al sinds de jaren 90 om programmeren te vereenvoudigen. De grote doorbraak was echter het draaien van software “in de cloud”. Door in de cloud te werken moet een van de meest complexe taken van het beheren van software, het onderhouden van de servers en fysieke infrastructuur, niet meer door de ontwikkelaar zelf gebeuren. Initieel werden cloud-toepassingen en NC/LC tools gebruikt om het leven van bestaande programmeurs gemakkelijker te maken. De nieuwe generatie aan NC/LC wordt echter zo eenvoudig dat iedereen er mee aan de slag kan. Een werknemer die software maakt voor zichzelf en zijn collega’s kan beter inschatten wat de software precies moet doen dan een uitstekende programmeur met beperkte ervaring in het vakgebied waarvoor hij software moet ontwikkelen.
Ook in machine learning halen NC/LC de programmeurs in. Amazon en Google zijn zelf hard aan het werk om tools te ontwikkelen zodat iedereen aan de slag kan om AI-toepassingen in te zetten in hun dagelijks werk. Waar je dus vroeger een gespecialiseerd IT-team voor nodig had kan binnenkort dus ook de boekhouder of marketeer zelf aan de slag met AI-toepassingen.
Natuurlijk wil het niet zeggen dat iedereen daarom goede software zal maken. Bekommernissen rond privacy en veiligheid zullen er nog altijd voor zorgen dat de belangrijkste software door vakkundige software-ingenieurs zal geschreven worden. Een online bank zal dus niet meteen door een bankier zonder programmeerkennis geschreven worden.
Laat een reactie achter