Belgie telt steeds minder huiseigenaars, dat is niet erg

Het percentage van Belgen dat in een eigen koopwoning woont, op dit moment zo een 70%, daalt. Dat is een trend die zich de komende jaren alleen maar zal doorzetten. Dat hoeft echter geen probleem te zijn als we die maatschappelijke evolutie juist aanpakken.

In Europa hebben zowat alle noordelijke landen een niveau dat nog veel lager ligt dan dat van België. Slovakije en Roemenië hebben dan weer het hoogste percentage. De vraag is maar tot welke club wij het liefste willen behoren.

Het huisbezit is een fetisj die we hier te lang gekoesterd hebben maar waar we wel van lijken af te stappen nu. Het afschaffen van de woonbonus was daarbij een eerste stap. Eentje dat Nederland, met zijn oorspronkelijk onbegrensde hypotheekrenteaftrek, nog moet zetten. Zowat alle onafhankelijke instanties zijn het er over eens dat zo een afschaffing nuttig is en een vergelijkbare maatregel bij onze noorderburen zou het land ten goede komen.

Doorheen onze geschiedenis was het bezit van de eigen woning iets dat enkel was weggelegd voor grootgrondbezitters en kleine boeren die van hun land leefden. Vanaf het midden van de 20ste eeuw is er echter een grote golf op gang gebracht waarbij overheden sterk hebben ingezet op huisbezit, met allerlei fiscale voordelen als hulpmiddel. Stijgende lonen en dat extra duwtje in de rug van de overheid zorgde ervoor dat het percentage huiseigenaren in de westerse wereld zowat verdubbelde om uiteindelijk te pieken in de vroege jaren 2000. Die trend keert zich nu.

Een mogelijkheid is dat de jongere generatie minder geïnteresseerd is in huisbezit. De “millennials” hun consumptiegedrag zit vol van verschuivingen van bezit richting huur. Denk maar aan Spotify, Netflix en de legio aan autodeelbedrijven zoals Cambio of Poppy.

Co-living, waar jongeren samenhokken om zo een ruimere woning met meer faciliteiten te kunnen huren, is ook aan een opmars bezig. Vooral in Franstalig België springen steeds meer professionele organisaties zoals Ikoab of Cohabs op die trend. Dat private spelers het huuraanbod verbreden is alleen maar aan te moedigen. Nu begeven dit soort bedrijven zich nog eerder in het hogere segment van de markt maar op termijn zullen ook hier low cost spelers opstaan.

Of het echt enkel aan de veranderende voorkeuren van de jongere generatie ligt valt echter te betwijfelen. De meeste enquêtes  geven aan dat de meeste mensen nog steeds het liefst van al een eigen woning in bezit hebben. Het aandeel dat denkt dat een woning kopen een goede investering is groeit zelfs.

Economische factoren spelen een zeker even grote rol. Jongeren hebben de afgelopen decennia amper loongroei gekend. Hierdoor is het erg moeilijk om voldoende te sparen en zo de eerste woning te kunnen kopen. Daarnaast zijn door de lage rente steeds meer investeerders op de woningmarkt gekomen die er een alternatieve belegging zoeken.

De voorkeur voor huisbezit is ook sterk cultureel bepaald. In Angelsaksische landen is men vaak graag huisbezitter. Landen met een geschiedenis van beperkte prijsstijgingen, zoals Duitsland en Zwitserland, hebben vaak een lager percentage aan eigenaars. Duitsland (51%) of Zwitserland (42%) hebben proportioneel drastisch minder huisbezitters dan België (72%).

Regio’s waar men dicht op elkaar woont hebben typisch ook meer huurders. Mensen zijn minder gebrand op het bezitten van een appartement dan op een huis met een tuin. In Duitsland woont zo bijvoorbeeld meer dan de helft van de bevolking in een flat, in België is dit bijvoorbeeld minder dan één op vier.

Er is weinig wetenschappelijk bewijs dat een groter aandeel huiseigenaren goed is voor de economie. Ook voor de eigenaar zelf is het niet altijd beter om te kopen. Hierover schreven we reeds eerder een artikel.

Het bewijs dat huisbezit kosten voor de samenleving met zich meedraagt is er wel. Zo is volgens velen de explosie van de vastgoedsector in de VS te wijten aan een fiscaal gunstregime voor huisbezit dat ongeëvenaard is in de beschaafde wereld. Huisbezitters zijn 30% minder geneigd om een onderneming te starten en minder bereidt om te verhuizen om van werk te veranderen. Regio’s waar het huisbezit toeneemt zien ook vaak een sterke stijging van de werkloosheid. Niet toevallig ligt het huisbezit hoger in Zuid-Europa dan in Duitsland of de Scandinavische landen.

Naar de toekomst toe kunnen we dus beter inzetten op een verdere stijging van het aanbod, meer bouwen met andere woorden. De toekomst van onze vastgoedmarkt zal immers evolueren naar een van huurders en grotere vastgoedondernemingen. Daarbij wordt het dus belangrijk een evenwicht te vinden tussen het goed beschermen van de huurder zonder investeringen tegen te gaan.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*