EU-China investeringsdeal artikel 2: wat betekent dit voor ons?

De vrees bestaat dat China investeringen gebruikt om strategisch technologie over te nemen.

Ten gevolge van de last minute Brexitdeal en het coronanieuws dat de actualiteit het afgelopen jaar  steevast domineerde, zou men het bijna vergeten. 30 december 2020 was echter dé dag waarop China en de Europese Unie voor het eerst(!) in de geschiedenis een uitgebreid investeringsakkoord beklonken. Lees hierover in deze driedelige reeks, die dieper ingaat op de inhoud van het akkoord, op de verwachte impact die het akkoord zal hebben op de burgers en bedrijven in de EU en op de invloed die dit akkoord zal hebben op de relatie met de VS en de cohesie binnen de EU.

Dit artikel -het tweede in deze reeks- maakt een inschatting van de gevolgen die dit akkoord zal hebben op de burgers en bedrijven in de Europese Unie. 

Zullen de EU en China het akkoord naleven? 

In het vorige artikel werd dieper ingegaan op de inhoud van het investeringsakkoord. Maar welke impact zal het akkoord daadwerkelijk hebben op de verschillende actoren binnen de Europese Unie? Zoals aangehaald in het vorige artikel betreft de overeenkomst tussen China en de EU een princiepsakkoord. Dit betekent dat zowel het Europees Parlement, als de Raad van de EU het akkoord nog moeten goedkeuren. Verder is er ook geen overkoepelend juridische orgaan -zoals het Europees hof van Justitie, voor de EU- die erop toeziet dat de bepalingen uit het akkoord nageleefd worden door beide partijen. In feite betreft het dus een veredelde intentieverklaring waarbij beide partijen zich engageren om de bepalingen uit het akkoord na te leven. Indien één van beide partijen eenzijdig zou beslissen om de overeenkomst niet na te komen, zijn er geen echte juridische wegen die de andere partij kan bewandelen om naleving af te dwingen. De (beperkte) procedures die de partijen kunnen opstarten bij (vermoedens van) het niet naleven van een artikel uit het akkoord, kunnen niet als dusdanig beschouwd worden. 

Betekent dit echter dat beide partijen de bepalingen uit het akkoord niet zullen nakomen en dat het geen impact zal hebben op de bedrijven en burgers binnen de EU? 

Neen, ondanks dit gegeven mogen we er toch van uitgaan dat beide partijen de overeenkomst zullen naleven. Allereerst zouden zowel China, als de EU nooit zoveel tijd -7 jaar- (en dus ook geld) geïnvesteerd hebben, indien ze niet van oordeel zouden zijn dat een dergelijk akkoord voordelen oplevert. Met andere woorden, indien China en de EU geen enkele incentive zouden hebben om deze overeenkomst af te sluiten, zouden ze dit simpelweg niet gedaan hebben. Verder zou het akkoord ook niet lang standhouden indien één van beide partijen vaststelt dat de andere de bepalingen niet naleeft. Om dit risico te vermijden lijkt de kans zeer groot te zijn dat zowel de EU, als China zich zullen engageren om de bepalingen uit het akkoord zo goed mogelijk na te leven. 

Hieruit volgt dat de verwachting is dat het akkoord in grote mate zal nageleefd worden en dat het dus vanzelfsprekend een bepaalde impact zal hebben op bedrijven en burgers van de Europese Unie. Al nuanceert het feit dat dat 25 van de 27 EU-lidstaten reeds een afzonderlijk investeringsverdrag met China hadden, nog voor het globale akkoord bereikt werd, dit. 

Welke impact zal het akkoord hebben op de bedrijven in de EU? 

Voor Europese bedrijven opent dit de poort naar de Chinese markt en vice versa. Concreet betekent dit dat de Chinese overheid bv. geen voordelen mag toekennen aan Chinese bedrijven of dat ze Europese bedrijven niet op bepaalde manieren mogen benadelen. Een ander voordeel voor Europese bedrijven is dat de Chinese overheid(sbedrijven) hen niet langer kunnen dwingen om bepaalde technologieën af te staan in ruil voor markttoegang. 

Deze bepalingen zullen Europese bedrijven stimuleren om vestigingseenheden op te richten in China. Dit kan twee gevolgen hebben. De eerste mogelijkheid is dat ze de in China geproduceerde producten transporteren naar de EU en deze daar verkopen. Dit heeft tot gevolg dat ze de productieprijs kunnen drukken en heeft dus ook een positieve impact op de prijs die de consument zal betalen voor het eindproduct (zie verder). De tweede mogelijkheid is dat ze de in China geproduceerde goederen (of diensten) in de staat zelf. Aangezien dit een economische macht met zeer veel potentieel is, met een snel groeiende middenklasse, is de kans groot dat dit de winsten van het bedrijf in kwestie -zeker op termijn- zal doen groeien. Dit komt vervolgens ten goede aan de werknemers en de aandeelhouders van de onderneming die meestal grotendeels woonachtig zijn in de EU. 

Langs de andere kant hebben Chinese bedrijven ook meer toegang tot de Europese markt. Dit betekent dat ze bepaalde bedrijven mogelijk kunnen wegconcurreren. Al zal de concurrentie hen mogelijk ook stimuleren tot innovatie en meer efficiëntie. Dit kan ertoe bijdragen dat ze op (middel)lange termijn voordeel halen uit de stijgende concurrentie. 

Een ander zeer belangrijk gegeven is de creatie van een gelijk speelveld tussen de EU en China. Indien Chinese bedrijven veel minder rekening moeten houden met arbeidsomstandigheden, milieunormen, bepaalde kwaliteitseisen, etc. is het vanzelfsprekend dat zij meer winsten kunnen boeken dan hun Europese tegenhangers. Het is aan de douanediensten van de EU om sterk te controleren op importproducten, zodat deze aan alle kwaliteitsvereisten voldoen. De arbeidsomstandigheden en milieunormen zijn moeilijker af te dwingen. Kanttekening hierbij is dat ook de Europese bedrijven die zich in China vestigen, kunnen profiteren van de soepelere regels. Vraag is wel tot op welke hoogte de publieke opinie dit zal blijven tolereren. 

Welke impact zal het akkoord hebben op de inwoners van de EU?

Aangezien dit akkoord handelsbarrières wegneemt en de vrijhandel tussen de EU en China -in zekere mate- stimuleert, brengt dit voordelen met zich mee voor de inwoners van de EU. Het gegeven dat Chinese bedrijven zich eenvoudiger kunnen vestigen in de EU, betekent meer concurrentie voor de Europese bedrijven. Om de concurrentieslag te winnen, zullen Europese bedrijven gestimuleerd worden om hun prijzen te drukken (efficiënter te werken) en/of de kwaliteit van hun producten of diensten te verhogen. Ook indien Europese bedrijven hun productieproces (verder) naar China verplaatsen, zal dit de prijs ook drukken. Beide mogelijkheden zijn voordelig voor de Europese consumenten. Kanttekening hierbij is wel dat Chinese bedrijven niet de expertise, noch het kapitaal hebben om verschillende sectoren zomaar te penetreren. Dit is afhankelijk van het type branche. Verder zullen ook de groeiende negatieve gevoelens en het wantrouwen t.o.v. China een grote drempel zijn voor Chinese bedrijven. 

Daarnaast brengt dit akkoord ook enkele potentiële nadelen met zich mee voor de Europese inwoners. Verschillende auteurs uitten hun ongenoegen, aangezien zij vrezen voor Chinese investeringen in voorzieningen met een maatschappelijk nut. Indien dit zou gebeuren, versterkt China zijn machtspositie en kan dit de Europese burgers nadien -bv. bij conflicten tussen de twee grootmachten- zuur opbreken. Enkele jaren geleden probeerde een Chinees staatsbedrijf toegang te krijgen tot de voormalige netbeheerder EANDIS (het EANDIS-debacle). Klopt het dat het akkoord de deuren openzet voor dergelijke zaken? Is het EANDIS-debacle met andere woorden de voorbode van hetgeen we mogen verwachten in de toekomst? Het antwoord hierop is zeer kort, neen, indien de lidstaten hun verantwoordelijkheid opnemen. Het akkoord heeft namelijk geen impact op investeringen voor de ‘uitoefening van overheidsgezag’. Dit betekent dat zowel de EU (als de individuele lidstaten en de deelstaten), als China kunnen ingrijpen als zich dergelijke situaties voordien. Indien de Europese lidstaten tijdig ingrijpen, kunnen ze dergelijke situaties dus zeker vermijden. 

Momenteel merken we al dat zeer veel bedrijven hun productieproces outsourcen naar landen als China omdat het economisch gezien veel voordeliger is om goederen te maken in China (voornamelijk door de lagere lonen, slechtere arbeidsomstandigheden, etc.). Dit akkoord kan deze tendens nog versterken. De Coronacrisis toonde aan dat ons dit in noodsituaties zuur kan opbreken. Aangezien er nauwelijks mondmaskers geproduceerd werden in de EU zelf, waren we in grote mate afhankelijk van landen als China en India.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*